Max Verstappen heeft in de Viaplay-documentaire '10 jaar Max Verstappen' teruggeblikt op een wat oudere uitspraak van hemzelf over de Orange Army, zijn eigen fanclub. Volgens de Red Bull-coureur is alle steun en support leuk, mits alles goed gaat op de baan.
Sinds zijn Formule 1-debuut in 2015 heeft Verstappen voor een ware Formule 1-gekte gezorgd in Nederland. Voor Verstappens debuut werd de Formule 1 namelijk niet denderend goed bekeken in Nederland, maar door de komst van de toen nog zeventienjarige Verstappen veranderde dat. Vanaf 2015 bleef de interesse in Verstappen en zijn Formule 1-avontuur ieder jaar groeien. Toen Verstappen in 2016 naar Red Bull promoveerde en gelijk zijn eerste race won, nam die groei nog sterker toe.
In de jaren daarna zou Verstappens Formule 1-avontuur uitgroeien tot een grote commerciële machine die onder de noemer van Verstappen.com inmiddels tijdens vijf raceweekenden een eigen tribune heeft. Daarnaast verkoopt ook de merchandise van de Nederlander als een malle en kleurt menig raceweekend mede daardoor compleet oranje.
Uiteraard is dat alles goed nieuws voor Verstappen. Er stroomt immers een hoop geld in het laatje en tijdens raceweekenden laat de Nederlander vaak weten dat hij geen extra druk ervaart door alle fans langs de kant. In de nieuwe Viaplay-documentaire is Verstappen echter van een andere kant te horen.
In de documentaire krijgt Verstappen namelijk een oude uitspraak voorgelegd. "Ik zou dat niemand toewensen", vertelde Verstappen destijds na een vraag over hoe het nou precies is om onder het toeziend oog van de Orange Army te moeten racen.
Nu, terugkijkend op zijn eerdere uitspraak, laat Verstappen weten dat hij inderdaad druk ervaart van zijn eigen Orange Army. "Het succes (zou ik iedereen) wel (toewensen) natuurlijk, maar de druk… Iedereen verwacht wel altijd wat van je. Op zich is dat geen groot probleem. Zo lang het goed gaat is dat natuurlijk prima."
Lees het artikel op de mobiele website