Max Verstappen is jarenlang de alleenheerser geweest in de Formule 1, die vooral in 2023 alles won wat los en vast zat. De Nederlander wist dat jaar in 22 races 19 overwinningen binnen te slepen en werd met de grootste voorsprong aller tijden kampioen. Dat seizoen zijn meerdere records gesneuveld door veelvraat Max Verstappen.
Maar in de toekomst zal het de viervoudig wereldkampioen niet zo makkelijk lukken om dergelijke resultaten te noteren. Niet omdat hij niet langer goed genoeg is, maar omdat hij steeds meer concurrentie krijgt. Volgens McLaren-teambaas Andrea Stella is het veld in de koningsklasse van de autosport namelijk nooit zo competitief geweest als het nu is, waardoor Verstappen zijn dominantie uit 2023 hoogstwaarschijnlijk nooit meer kan etaleren.
Daarvoor is de concurrentie simpelweg te goed geworden. Dat laat Stella weten na het Grand Prix-weekend in Brazilië, waar jonkies als Kimi Antonelli en Oliver Bearman weer uitstekende resultaten hebben neergezet. Volgens de McLaren-teambaas zal dat in de toekomst vaker gaan gebeuren, aangezien er op dit moment 'zeven à acht coureurs' goed genoeg zijn om de titel te winnen.
"Ik denk dat wat we dit seizoen in de Formule 1 zien, in termen van competitiviteit – en dit is iets wat je misschien even kunt analyseren – ik kan me niet herinneren dat er in enig ander seizoen zo'n competitieve groep coureurs was", zegt Stella bij Autosport na de race in São Paulo.
"De nieuwe generatie coureurs is gewoon zo goed, en nu heb je zeven, acht coureurs die op wereldkampioenschapsniveau rijden. Zoals ik al zei, ik weet niet zeker of dit ooit eerder is voorgekomen", aldus de Italiaan.
Stella denkt te weten waarom de jongere generatie steeds beter wordt en zich steeds sneller weet aan te passen aan de Formule 1. Vroeger werden coureurs eigenlijk helemaal niet voorbereid op de koningsklasse van de autosport en moesten ze hun fouten in de F1 zelf maken. Tegenwoordig zijn de opstapklassen naar de Formule 1 zó goed, dat ze daar al leren hoe het is om met een pijlsnelle auto om te gaan.
"Mogelijk komt dit door het hoge niveau van de juniorcategorieën tegenwoordig. Deze jongens doen aan karting en beschikken over de gegevens. Ze trainen op een bepaald niveau wanneer ze adolescent zijn. Hierdoor is het concurrentieveld extreem, extreem krap geworden, en daarom zit het verschil in die laatste één procent."
Lees het artikel op de mobiele website