Max Verstappen heeft sinds de start van afgelopen seizoen 28 van de 38 verreden races op zijn naam geschreven. Dat de Nederlander dominant is, is daarmee een understatement. De teamgenoten van Verstappen kunnen hem niet bijhouden, maar volgens de Nederlander is dat alleen maar goed.
Veelal wordt de huidige dominantie van Verstappen gebagatelliseerd door te stellen dat de Nederlander ook over veruit het beste materiaal in de Formule 1 beschikt. Zo wordt Verstappens RB19 door fans op X (voorheen Twitter) ook wel 'de meest dominante auto ooit' of 'een raket' genoemd.
Gezien het feit dat Verstappen volgens deze fans over een 'raket' beschikt, is het enigszins opmerkelijk dat de teamgenoot van Verstappen niet op hetzelfde niveau als de Nederlander opereert. Toch is het een trend die zich al sinds de komst van Pierre Gasly voortzet.
Om het verschil tussen Verstappen en zijn huidige teamgenoot duidelijk te maken, moet er worden gekeken naar de stand in het rijderskampioenschap. Het gat tussen Verstappen en Sergio Pérez (177 punten) is 76% van het totale aantal WK-punten dat de Mexicaan zelf behaalde dit seizoen (223 punten).
Het is echter niet alleen Pérez die naast Verstappen het onderspit moet delven. Zoals al eerder vernoemd in dit artikel zijn er sinds het vertrek van Daniel Ricciardo (en dus de komst van Gasly) enkel teamgenoten voor Verstappen geweest die niet aan zijn prestaties konden tippen.
Voor hen was dan vaak ook geen lang leven als Red Bull-coureur weggelegd. Zo vertrok Gasly na slechts één seizoenshelft te hebben afgewerkt en werd Alexander Albon na anderhalf seizoen ingeruild voor Pérez.
Sinds de komst van Gasly bij Red Bull, heeft Verstappen 43 Formule 1-overwinning weten te boeken. Gasly, Albon en Pérez hebben bij elkaar daarentegen slechts vijf races gewonnen. Die staan allemaal op naam van de Mexicaan.
Dat er haast niemand de teamgenoot van Verstappen wil zijn, komt wellicht door de opvoeding van de tweevoudig wereldkampioen. In gesprek met Kronen Zeitung blikt de Nederlander terug op zijn opvoeding door vader Jos en denkt hij terug aan één zin. "Mijn vader zei altijd tegen mij: 'je moet je teamgenoot kapot maken'."
Lees het artikel op de mobiele website