Fernando Alonso durfde Max Verstappen niet in te halen: 'Moest het circuit nog verlaten'

| door R. Willems

Aston Martin-coureur Fernando Alonso eindigde op de tweede plaats tijdens de Dutch Grand Prix en was daar ontzettend blij mee. Aan het begin van het seizoen werd een podiumplek bijna standaard verwacht van de Aston Martin AMR23, maar in de laatste weken viel de auto steeds verder terug.

Om op Circuit Zandvoort weer zo sterk te zijn, in alle weersomstandigheden, deed Alonso goed. De Spanjaard blikt bij Giedo van der Garde dan ook zéér positief terug op de race in de Nederlandse duinen. Aan het begin van de race was hij vooral erg sterk in vergelijking met de mannen om hem heen en daar genoot hij nogal van.

"De race was intens, zeker aan het begin in de natte condities waar we erg snel waren. We maakten onze pitstop één ronde te laat, maar dat deden de leiders van de wedstrijd ook. De auto vloog vandaag. In deze omstandigheden heb je een auto nodig die je vertrouwt en ik vertrouwde de auto volledig. Dan is het genieten", begint Alonso tegenover Giedo van der Garde.

"Daarnaast moet ik het publiek in Zandvoort bedanken, dit is uniek. Twee jaar geleden, toen ik hier voor het eerst reed, dacht ik dat ik nooit in de positie zou komen om een podium mee te maken op Zandvoort. Maar vandaag wordt het erg speciaal om het podium te mogen delen met Max en Pierre."

Lees ook

Alonso dacht aan inhaalactie

Na de rode vlag voor de hevige regenval en de crash van Guanyu Zhou was Fernando Alonso een stuk sneller dan Max Verstappen in de herstartronde en de Spanjaard zat bijna in de diffuser van Verstappen bij het ingaan van bocht 1.

Alonso geeft toe dat hij er even aan dacht om een inhaalactie te wagen, maar daar kwam hij snel van terug, omdat hij ook nog terug naar huis wilde.

"Ik ben blij voor Max, maar ik dacht eraan om een poging te wagen aan het einde. Maar ik wist dat ik het circuit nog moest verlaten, dus ik besloot om op de tweede plaats te blijven", lacht Alonso terwijl hij wordt toegezongen door het publiek.

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen