Na de Grand Prix van Miami was Max Verstappen uiteraard erg tevreden over zijn prestaties in de race. De Nederlander moest door een rode vlag in de kwalificatie vanaf de negende positie starten, maar hij vond zichzelf al snel terug op de koppositie.
Aan het einde van de rit stond Verstappen nog steeds bovenaan en kon hij zijn 38e overwinning uit zijn carrière claimen. Toen hij zijn RB19 parkeerde in de pitstraat, stapte Verstappen uit en wees hij naar de nummer één op zijn bolide. Hoogstwaarschijnlijk was dit een bericht aan iedereen die aan hem getwijfeld had na de Grand Prix van Azerbeidzjan: 'Ik ben nog altijd nummer één'.
Waar het gebaar van Verstappen in Nederland met een glimlach werd bekeken, kon men er in Groot-Brittannië niet om lachen. Peter Windsor, voormalig Formule 1-teammanager en tegenwoordig journalist, laat op zijn YouTube-kanaal weten dat hij totaal niet onder de indruk was van de actie van Max.
"Wat was hij nou aan het doen? Wijzen naar de nummer één op zijn auto... Hij is de nummer één in de wereld, dan kunnen zijn fans dit toch van hem verwachten?", begint Windsor over de overwinning van Verstappen. "Persoonlijk vind ik het helemaal niks. Wie mijn mening wil weten: ik vond het niks", aldus Windsor.
Volgens Windsor zou Verstappen een voorbeeld moeten nemen aan Jim Clark, een Formule 1-legende uit Engeland. Clark was namelijk altijd nederig en daar kan de Limburger nog wel een lesje van leren, na zijn gebaar in Miami.
"Ik hou ervan als coureurs eerbiedig zijn en alle atleten kopiëren tegenwoordig de voetbalsterren. Voor mij hoort het zo te gaan: 'Ik heb geluk dat ik in zo'n goede auto mag rijden, in zo'n goed team. Ik hoop dat ik het vandaag goed heb gedaan en wil complimenten geven aan mijn collega's. Ik ben nederig'. Een beetje zoals Jim Clark was", aldus de Brit.
Lees het artikel op de mobiele website