Voormalig Formule 1-coureur Romain Grosjean is blij met zijn exit uit de sport. Volgens de Fransman heeft hij in zijn nieuwe klasse, het IndyCar-kampioenschap, iedere race kans om mee te doen voor de overwinning. Ook ziet Grosjean grote verschillen tussen de beide kampioenschappen.
Grosjean begon zijn Formule 1-loopbaan in 2009 bij het team van Renault. Na een half seizoen te hebben gereden voor de Franse equipe werd de Zwitsers-Franse coureur echter al aan de kant geschoven. Pas in 2012 zou Grosjean terugkeren op de Formule 1-grid om vervolgens voor de teams van Lotus en Haas uit te komen.
In 2020 werd Grosjean samen met toenmalig Haas-teamgenoot Kevin Magnussen vervangen door Mick Schumacher en Nikita Mazepin. In zijn tijd als Formule 1-coureur wist Grosjean tien podiumplaatsen bij elkaar te rijden.
Na zijn exit bij Haas schoof Grosjean door naar het IndyCar-kampioenschap. In de Amerikaanse klasse is de man uit Genève nog altijd erg gelukkig. Met name het feit dat hij bij iedere IndyCar-race kans heeft om te winnen, is voor Grosjean een groot pluspunt. "Het was erg verfrissend en ook iets heel anders na tien jaar in de Formule 1 te hebben gereden. In de IndyCar heb ik het erg naar mijn zin. Als we gaan racen, dan heb ik nu de kans om te winnen", begint Grosjean in de Track Limits-podcast.
Ondanks het feit dat Grosjean tijdens het grootste gedeelte van zijn Formule 1-loopbaan niet kon strijden voor overwinningen, is de voormalig Haas-coureur blij met zijn tijd in de Formule 1. "Mijn tijd in de Formule 1 was geweldig, want het was mijn passie. Het was echter fijn om iets nieuws te doen na al die tijd."
Samen met het feit dat hij in het IndyCar-kampioenschap bij iedere race een kans maakt om te winnen, ziet Grosjean nog een groot verschil met de Formule 1. "Op het gebied van technologie loopt de IndyCar echt 30 jaar achter op de Formule 1. Je houdt je handen aan het stuur en je moet meer focussen op het rijden zelf dan het in de gaten houden van knopjes op je stuur. De auto's zijn gewoon geweldig om in te rijden."
Volgens Grosjean is dat ook precies de insteek van het kampioenschap. "Als sport willen we ook niet verder pushen, want onze auto's zijn goedkoop om mee te racen. Daarbij zorgen ze waarschijnlijk ook nog eens voor het grootste racespektakel ter wereld." Net zoals Grosjean maakten ook Emerson Fittipaldi, Takuma Sato, Alexander Rossi en Marcus Ericsson de overstap van de Formule 1 naar het IndyCar-kampioenschap.
Lees het artikel op de mobiele website