Iedereen die wel eens naar een Formule 1-race kijkt weet dat banden super belangrijk zijn. Kijk bijvoorbeeld naar die beruchte race in Oostenrijk, waar de bekende Nederlandse coureur het nét haalde met compleet versleten banden. Hij maakte vroeg in de race al een pitstop en moest daarmee de finish halen. Andere coureurs kwamen flink in de problemen, maar de Nederlander hield het hoofd koel en zijn banden levend. Het resultaat? Een mooie overwinning! Als je graag op Formule 1 wedt, let dan vooral goed op bandenkeuze en strategie, want dat bepaalt vaak het verschil tussen winnen en verliezen.
Alle banden in de Formule 1 worden geleverd door dezelfde fabrikant uit Italië, Pirelli. Omdat elk circuit en elk weertype iets anders vraagt, maakt Pirelli zeven verschillende types die variëren in hardheid. Zo zijn er ultrasoft banden die lekker aan het asfalt plakken, extra veel grip bieden en zorgen voor betere rondetijden, maar helaas ook razendsnel slijten.
Aan de andere kant zijn er harde banden, die minder snel slijten en veel langer meegaan, maar daardoor minder grip hebben. Tussen deze uitersten zitten nog diverse andere soorten banden, elk met hun eigen unieke eigenschappen. Dit betekent dat teams altijd goed moeten inschatten welke banden het beste passen bij de omstandigheden op het circuit.
Vooral voor mensen die aan F1 wedden doen, is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van welke banden een team kiest, want bandenstrategie kan zomaar doorslaggevend zijn voor de uitslag van de race.
In de Formule 1 zijn de banden voorzien van een gekleurde rand om de verschillende compounds te onderscheiden. De zachte band is rood, de medium band is geel en de harde band is wit. Deze zogenoemde slicks zijn volledig glad en bedoeld voor gebruik op een droge baan, omdat ze maximale grip bieden door het ontbreken van profiel. Voor natte omstandigheden zijn er twee soorten regenbanden: de groene intermediate voor een vochtige of gedeeltelijk natte baan en de blauwe full wet voor zware regenval en veel water op het asfalt. De vroegere kleurcodering met hypersoft, ultrasoft, supersoft en meerdere hardheidsvarianten wordt tegenwoordig niet meer gebruikt; nu zijn er standaard drie droge compounds per raceweekend en twee typen regenbanden.
Bij elke Grand Prix bepaalt Pirelli vooraf welke drie soorten droogweerbanden gebruikt mogen worden. Coureurs zijn verplicht om tijdens de race minstens twee van deze drie soorten te gebruiken. Elk team mag per coureur dertien sets banden inzetten tijdens het raceweekend. Drie daarvan worden speciaal apart gehouden voor de race zelf en voor de laatste kwalificatieronde.
Je hebt misschien wel eens gezien dat banden voor een race in speciale elektrische dekens gewikkeld zitten. Dat komt doordat banden het beste presteren als ze goed warm zijn. Tijdens de race kunnen die temperaturen oplopen tot wel 120 graden. Zachtere banden worden warmer dan hardere banden. Daarom slingeren coureurs vaak heen en weer tijdens de opwarmronde, puur om de banden goed warm te krijgen. Soms rijden coureurs zelfs expres door plasjes om hun banden wat af te koelen, zoals laatst nog gebeurde op Silverstone. Banden lijken misschien simpel, maar bepalen vaak wie er wint. Eén verkeerde bandenkeuze kan zomaar betekenen dat een coureur naast het podium eindigt, in plaats van champagne te spuiten. Dat maakt de Formule 1 juist zo spannend om naar te kijken!
Lees het artikel op de mobiele website