Red Bull Racing-teambaas Christian Horner heeft zich achter Helmut Marko geschaard als het gaat om zijn visie over het Red Bull Powertrains-motorproject. Volgens Horner is het project groter dan Max Verstappen, aangezien iedereen bij Red Bull Racing het project tot een succes wil maken.
Het team van Red Bull Racing verruilde in 2019 Renault- voor Honda-motoren. Achteraf gezien een juiste beslissing, aangezien de samenwerking met de Japanse autofabrikant Red Bull Racing een hoop heeft gebracht. Verstappen heeft immers al drie achtereenvolgende wereldkampioenschappen weten te behalen met Honda-motoren en ook Red Bull Racing is in het 'Honda-tijdperk' twee keer constructeurskampioen geworden.
Na 2025 komt er echter een einde aan de huidige samenwerking tussen Red Bull Racing en Honda. Vanaf dan gaat Honda namelijk in zee met het team van Aston Martin. Red Bull Racing zal daarom haar eigen Formule 1-motoren gaan produceren, een project genaamd Red Bull Powertrains. Voor de komende twee seizoenen kan Red Bull Racing echter nog genieten van de huidige samenwerking met Honda.
Na 2025 moet het Red Bull Powertrains-project werken, zo laat Marko optekenen. "Nee, het moet werken", reageert Marko op de vraag of er een 'plan B' is mocht het motorproject falen. "Vanaf 2026 gaan we met onze eigen motoren rijden en tot die tijd willen we de best mogelijke prestaties van Honda krijgen. Dat heeft tot nu toe goed gewerkt. Het was mijn deal, dus ik blijf de deal goed in de gaten houden", aldus de Red Bull-adviseur.
Horner houdt er dezelfde zienswijze als Marko op na. "Helmut heeft 100% gelijk. We hebben ons hieraan vastgeklampt. We hebben een strategische beslissing genomen voor de toekomst en dit moet gewoon gaan werken", begint Horner in gesprek met PlanetF1.
Mocht de Red Bull Powertrains-motor te wensen overlaten op het gebied van performance, dan is Horner niet bang om Verstappen te verliezen. "Ik ben van mening dat dit niet alleen om Max gaat. We hebben allemaal geen geduld in de Formule 1. Iedereen wil competitief zijn", aldus de Britse teambaas.
Lees het artikel op de mobiele website