Volgens De Telegraaf zal Red Bull Racing later deze maand met grote updates komen, waarmee ze de strijd met McLaren beter aan willen kunnen gaan. Het team van Max Verstappen heeft sinds de start van het seizoen slechts een paar kleine wijzingen aan de bolide doorgevoerd, terwijl McLaren, Ferrari en Mercedes grote updates naar het circuit hebben gebracht. Hierdoor is het gat voorin een stuk kleiner geworden.
Sterker nog, het is aannemelijk dat de Red Bull RB20 niet meer de snelste auto van de baan is. In de laatste zes races had McLaren vijf keer de betere auto, waarbij het alleen in Oostenrijk marginaal langzamer was in de race. Al moet gezegd worden dat de MCL38 op het einde weer helemaal tot leven kwam en er sneller uitzag dan de Red Bull van Verstappen. Ook in Silverstone had McLaren een geweldige auto meegenomen, maar door verkeerde beslissingen kwam Lando Norris niet verder dan de derde plaats.
Maar Red Bull Racing wil het daar niet bij laten zitten. In Engeland heeft het team wat kleine aanpassingen doorgevoerd aan de vloer en in de komende weken moeten er nóg meer updates meegenomen worden naar het circuit. Volgend weekend wordt er volop doorgewerkt in de fabriek in Milton Keynes, waarna er een groot updatepakket zal moeten arriveren in Hongarije, zo weet De Telegraaf te melden.
De technisch directeur van Red Bull Racing, Pierre Waché, heeft inmiddels bevestigd dat er inderdaad updates aan zitten te komen. Tegenover de Nederlandse krant laat Waché weten dat Red Bull nu echt moet gaan reageren op de aanval van McLaren en Mercedes.
"Om heel eerlijk te zijn zaten de andere teams aan het begin van dit seizoen niet zo dichtbij als we hadden verwacht. Maar het lijkt erop dat de ontwikkeling van zeker McLaren, en op bepaalde gebieden ook die van Mercedes, succesvol is geweest. McLaren heeft sinds begin mei, in Miami, een gigantische stap voorwaarts gezet. Het klopt dat de anderen dichterbij zijn gekomen en dat wij met updates moeten komen, die ervoor kunnen zorgen dat we weer een voorsprong krijgen", aldus de Fransman.
Lees het artikel op de mobiele website