Lange tijd leek het erop dat Max Verstappen de pole position zou pakken voor de Grand Prix van de Verenigde Staten, waar hij op vrijdag ook al de snelste tijd wist te rijden in de Sprint kwalificatie. In Q1 en Q2 van de échte kwalificatie was de Nederlander de snelste man op de baan, maar in de laatste sessie moest hij zijn meerdere erkennen in Lando Norris. Althans, zo stond het op de tijdenlijst.
Op de baan ging het echter heel anders. In zijn laatste snelle ronde was Max Verstappen een stuk sneller dan Lando Norris was, waarbij het erop leek alsof de drievoudig wereldkampioen de tijd van zijn titelrivaal zou gaan verbeteren. Maar daar stak George Russell een stokje voor. De landgenoot van Lando Norris klapte in de muur bij bocht 19, wat voor gele vlaggen zorgde en dus betekende dat een kans op pole verkeken was voor Verstappen.
De Nederlander baalde daar naderhand natuurlijk van, maar hij was minder kwaad dan gedacht, na een dergelijk incident. Hij is vooral blij dat zijn auto eindelijk weer mee kan doen om de plekken vooraan het veld.
"In mijn eerste snelle ronde verloor ik daar behoorlijk wat tijd. Dat is jammer, maar ik wist dat we nog een run hadden, maar helaas kon ik de ronde niet afmaken. Voor de rest denk ik dat we een goede kans hadden, maar zo gaat het soms. Ik start in ieder geval nog steeds op de eerste rij, het potentieel was er. Dat we er al staan is voor mij al goed", begint Verstappen.
Hoewel Verstappen dus niet van pole mag vertrekken, maar de race op de tweede plaats moet aanvangen, had hij een glimlach op zijn gezicht staan, die sinds de Sprint kwalificatie niet is verdwenen. Dat komt mede door het feit dat de updates op zijn auto werken, waardoor hij goede hoop heeft dat de RB20 ook op zondag sterk voor de dag zal komen.
"Het leek erop dat we competitief waren [in de Sprint], dus we hebben wat kleine veranderingen aan de auto aangebracht, wat prettig aanvoelde en ik hoop dat dat ook positief zal zijn voor morgen."
Lees het artikel op de mobiele website