Max Verstappen is genomineerd voor de prijs Sportman van het Jaar, uitgereikt door het NOC*NSF. De Formule 1-coureur heeft eerder dit jaar fel uitgehaald naar de Nederlandse sportbond, omdat hij het onzin vindt dat er onderscheid gemaakt wordt tussen sporters.
Het feit dat er één iemand verkozen wordt tot Sportman van het Jaar en één iemand tot Sportvrouw van het Jaar is in de ogen van Max Verstappen maar moeilijk te verkroppen. De Red Bull-coureur is van mening dat dit andere sporters, die ook allemaal hun best doen en prachtige resultaten behalen, tekort doet.
Dat Verstappen zich hier tegen uitspreekt is niet niks. De Limburger heeft de prijs zelf drie keer gewonnen - 2016, 2021 en 2022 - maar heeft nu dus laten weten dat hij niks voor deze uitreiking voelt. In Qatar maakte hij zelfs duidelijk dat hij de prijs niet eens meer wil winnen. Maar dan krijgt Verstappen toch slecht nieuws. Hij is namelijk weer genomineerd.
Verstappen is nu dus genomineerd voor de prijs Sportman van het Jaar 2023, nadat hij al op de shortlist stond met negen andere Nederlandse sporters. Uiteindelijk zijn er drie atleten genomineerd voor de prijs: Max Verstappen [autosport], Matthieu van der Poel [wielrennen] en Harrie Lavreysen [baanwielrennen].
Bij de vrouwen zijn Femke Bol [atletiek], Karolien Florijn [roeien] en Sifan Hassan [atletiek] genomineerd voor de prestigieuze sportprijs.
Mocht Verstappen bij de laatste drie sportmannen horen die deze prijs kunnen winnen, zal hij niet op komen dagen. Dat kunnen we verwachten na zijn uitspraken in Qatar over de prijs vanuit de Nederlandse sportbond.
Lees hieronder wat Max Verstappen toen te zeggen had over de uitreiking:
"Als land moeten we gewoon trots zijn op alle geweldige atleten die we hebben voortgebracht. Ik weet nog hoe ik als kind van al het succes van verschillende sporters kon genieten. De discussie moet niet zijn wie van al die sporters nou het beste is of de op een na beste. We hebben ieder jaar van die prijzen waarin dat bepaald wordt met een Sportman en Sportvrouw van het Jaar. Maar waarom? Ik hoef die prijs niet eens te winnen. We moeten al het talent dat we als land hebben waarderen. Het ene succes is niet groter dan het andere succes. Als land moeten we al het succes vieren. Daarom vind ik het ook zo'n belachelijke prijs. Ik vind het oneerlijk voor de mensen die ontzettend veel energie in hun sport steken en daardoor ook successen boeken. En soms worden ze er niet genoeg voor beloond vanwege deze domme prijs die op één individueel persoon is gericht."
Lees het artikel op de mobiele website