De CEO van Ford, Jim Farley, heeft zich in gesprek met Autosport uitgesproken over de 2026-kansen van Red Bull Racing. Vanaf dan gaan Ford en Red Bull Powertrains namelijk officieel met elkaar in zee, maar ook nu al wordt er hard gewerkt aan de bouw van de nieuwe krachtbron.
Red Bull Racing was jarenlang vaste motorklant bij Renault. Met de V8-motoren van de Franse equipe behaalde Red Bull Racing tussen 2010 en 2013 acht achtereenvolgende wereldtitels: vier rijders- en vier constructeurstitels. Met de komst van de nieuwe generatie krachtbron, de V6-hybridemotor, was Renault echter nergens meer te te bekennen zag het ooit zo machtige Red Bull Racing een middenmoter als Mercedes aan zich voorbij gaan.
Naarmate het hybridetijdperk vorderde, kwam Red Bull Racing ietwat dichter bij de top van het veld in de buurt, maar nooit wist het team uit Milton Keynes terug te keren naar het oude niveau van 2010-2013. In 2019 maakte Red Bull Racing daarom de switch naar Honda-motoren. Sindsdien heeft Red Bull Racing drie achtereenvolgende rijderstitels en twee achtereenvolgende constructeurstitels weten te behalen. De samenwerking met Honda werpt dus zijn vruchten af, maar na 2025 komt er een einde aan de verbintenis met de Japanse autofabrikant.
Honda besloot namelijk eerst te stoppen in de Formule 1, maar later kwam er verandering in die beslissing. Voor Red Bull Racing kwam die beslissing echter te laat en dus werd Red Bull Powertrains opgezet, de motorafdeling van Red Bull Racing. Om dit nieuwe project tot een groter succes te maken, is de Red Bull Racing-top een samenwerking aangegaan met Ford. De Amerikaanse fabrikant neemt bij de nieuwe motor het elektrische component van de motor voor zijn rekening, terwijl Red Bull Racing de verbrandingskant op zich neemt.
Wanneer Farley wordt gevraagd naar de vooruitgang van Red Bull Ford Powertrains, reageert de Amerikaanse CEO vol optimisme. "Het aandrijflijnteam waarmee er in Milton Keynes wordt gewerkt is absoluut top. We gaan eerste klas naar de top van het podium", aldus Farley.
Lees het artikel op de mobiele website