Paul Monaghan, hoofdingenieur bij Red Bull Racing, is van mening dat hij helemaal op zijn plek is. Onlangs verlengde hij zijn contract bij het Oostenrijkse team, terwijl er op dit moment een hoop medewerkers vertrekken, maar dat ziet Monaghan zichzelf niet doen. Hij is verknocht aan zijn 'thuis' en kan zich niet voorstellen dat hij buiten Milton Keynes moet werken.
Aan het einde van 2005 sloot Monaghan zich aan bij Red Bull Racing, waardoor ook hij al bijna twintig jaar actief is bij het team van Max Verstappen. Waar hooggeplaatste medewerkers de laatste tijd vertrekken bij de renstal - zoals Jonathan Wheatley, Rob Marshall, Adrian Newey en Dan Fallows - heeft Monaghan besloten om juist zijn contract te verlengen. In gesprek met PlanetF1 legt hij uit waarom hij die keuze gemaakt heeft.
De Brit geeft eerst aan dat het in de Formule 1 altijd hard werken is, aangezien je lange dagen maakt, in de weekenden vaak van huis bent en er veel druk op je staat. Maar Monaghan laat weten dat hij daar juist van houdt. Het drukke leven in de Formule 1 kan hem juist wel bekoren.
"Uiteindelijk, wat ik wil is... het wordt geen cruise, toch? Het wordt hard werken. Het worden veel uren, en het worden weekenden, dat soort dingen. Dat accepteer je min of meer als je in dit vak stapt, maar wat ik in de eerste plaats wilde, was ervan genieten", zo begint de hoofdingenieur van Red Bull Racing.
En Monaghan heeft het ontzettend naar zijn zin, zo laat hij weten. Hij voelt zich zó onderdeel van Red Bull en heeft zo veel plezier in zijn 'werk', dat hij het niet eens als werk ziet. Dat is ook het geheim van Monaghan, de reden waarom hij al zo lang in de Formule 1 actief is én heeft besloten om langer te blijven: hij gaat geen enkele dag naar de fabriek in Milton Keynes met het idee dat hij aan het werk gaat.
"Maar alles wat ik hier heb, maakt het leuk, maakt het plezierig. Je staat 's ochtends op en denkt 'Dit is niet echt een baan...'. Ik heb ergens een citaat gelezen: 'Vind iets wat je graag doet en je zult nooit een dag werken in je leven'."
Lees het artikel op de mobiele website