Zevenvoudig Formule 1-wereldkampioen Lewis Hamilton zal op vrijdagavond niet lekker in slaap gevallen zijn, in zijn hotel in Bahrein. De Brit kende een dramatische trainingsdag voor de Grand Prix aankomende zondag en kreeg een pijnlijke eye-opener: de Mercedes W14 lijkt nog verder achterop Red Bull te liggen dan in 2022.

De gehele winterperiode kwamen er vanuit Mercedes louter positieve berichten over de ontwikkeling van de nieuwe bolide. De W13 was aan het einde van vorig seizoen al een stuk sterker en het Duitse team wist zelfs een één-twee te scoren in Brazilië, puur op snelheid. De weg naar de top leek weer teruggevonden, maar aan het begin van 2023 blijkt dat niet het geval te zijn.

Volgens Hamilton is het gat naar Red Bull Racing nóg groter dan dat in 2022 was. De Mercedes-coureur verwacht dat Max Verstappen en Sergio Pérez in de race gemiddeld een seconde per ronde sneller zullen zijn dan hijzelf en George Russell, waardoor Mercedes actie moet ondernemen.

"Het ziet ernaar uit dat Aston Martin tweede is en wij (Ferrari en Mercedes, red.) de derde en vierde plaats innemen. Dus we zitten ongeveer op dezelfde plaats als vorig seizoen, maar dan nóg wat verder naar achter. Het is lastig voor iedereen en niemand in het team wil in deze positie zitten. Het is zeker niet de plek waar ik vind dat iedereen in dit team verdient te zijn, want ze werken allemaal zo hard, zijn moedig en attent in het proces", zo begint Hamilton.

W14 moet aangepast worden

Maar die lofzang voor de medewerkers van Mercedes betekent niet dat ze alles goed hebben gedaan. Volgens Hamilton heeft het concept waar Mercedes mee rijdt, de smalle sidepods, al te veel problemen opgeleverd. De Brit wil dan ook dat het team inziet dat dit pad doodlopend is en afstapt van de 'zeropod'-filosofie.

"We zitten gewoon op het verkeerde spoor. We moeten blijven werken en een manier vinden om onszelf weer op de rails te krijgen. We zijn op dit moment gewoon te ver verwijderd van de jongens vooraan", aldus Hamilton.