Tijdens de eerste paar races van het seizoen zag het er niet naar uit dat Max Verstappen mee zou gaan doen om de Formule 1-wereldtitel van 2022. Na de Grand Prix van Australië stond Verstappen op een achterstand van 46 punten en liet hij aan de media weten dat hij helemaal niet aan een eventueel kampioenschap wilde denken.

Maar nu, met nog vier races te gaan, hoeft de Nederlander zich geen zorgen meer te maken. Het kampioenschap is inmiddels al binnen. Nadat de finishvlag gevallen was in Japan kreeg Charles Leclerc nog een vijf seconden straf, waardoor hij terug werd gezet naar de derde positie en Verstappen de titel won.

Nu kijkt de Red Bull-coureur terug op het seizoen en laat hij weten tijdens welke race hij het gevoel kreeg dat hij zijn titel wel eens kon gaan prolongeren.

"Het moment waarop ik dacht dat we het kampioenschap zouden winnen, was volgens mij na Paul Ricard", zo laat Verstappen weten aan Autosport. Tijdens die race crashte Charles Leclerc, terwijl hij aan de leiding ging van de race, waardoor Verstappen 26 punten uitliep op zijn titelrivaal.

"We liepen daar best wel uit. We hadden ook een competitieve auto, dus ik wist dat het de races daarop close ging worden. Maar ik zei tegen mezelf: dit is zo'n grote voorsprong, dat we dat niet meer weg mogen geven", aldus Verstappen.