Scuderia Ferrari heeft anderhalf jaar een erg lastige tijd gehad, sinds de FIA de regels voor de motoren strenger nakeek. Tijdens de Grand Prix van Amerika in 2019 gingen de prestaties van het Italiaanse team alsmaar achteruit, waarna 2020 een waar rampjaar was voor Ferrari. Maar het team van Charles Leclerc en Carlos Sainz lijkt steeds verder omhoog te kruipen.

Tijdens de eerste vrije training voor de Grand Prix van Monaco liet Carlos Sainz al zien dat de Ferrari SF21 erg sterk was in de straten van Monte Carlo. De Spanjaard, die dit jaar zijn debuut maakt voor de Italianen, zette zichzelf op de tweede positie, vlak achter Sergio Pérez en vóór Max Verstappen.

Maar de tweede training was nóg beter voor Ferrari. Charles Leclerc wist de sessie als snelste af te sluiten, met teamgenoot Carlos Sainz achter zich. De ploegmaten waren de enige coureurs die onder de één minuut elf konden rijden. Voor het eerst sinds 2019 staan er weer een Ferrari op P1 en P2 na een trainingssessie. Leclerc zette een tijd neer van 1:11.684, met Carlos Sainz 0.112 seconde achter zich.

Red Bull en Mercedes

Waar Ferrari erg sterk was tijdens de tweede training in Monaco, hadden Mercedes en Red Bull het een stuk lastiger. Vooral Max Verstappen had erg veel last van verkeer en klaagde over de board-radio over onderstuur in de RB16B.

Lewis Hamilton kwam het dichtste bij de Ferrari's, met een tijd van 1:12.074, maar was daarmee nog steeds 0.390 seconde langzamer dan Charles Leclerc. Max Verstappen zat zeven duizendste achter de tijd van Hamilton.

Teamgenoten Valtteri Bottas en Sergio Pérez waren terug te vinden op plek vijf en zeven respectievelijk. Pérez was meer dan een seconde langzamer dan Leclerc in de Ferrari SF21.

Rode vlag

De tweede trainingssessie in Monaco werd vijf minuten voor het einde gestopt door een rode vlag, na een crash van Mick Schumacher in Massenet (bocht 3). De Duitser zat in de vuile lucht van een Red Bull en raakte zijn Haas kwijt, waarna de barrière te erg beschadigd was om door te gaan met trainen.