Helmut Marko heeft weinig zin in de race van aankomende zondag op het circuit van Monaco. De Oostenrijker voorziet opnieuw een Grand Prix met weinig spanning en sensatie. Daarmee hamert de Red Bull-adviseur op het belang van de kwalificatie op zaterdag, zo meldt hij tegenover OE24.

De race in het prinsendom is nog altijd de meest iconische race van de kalender, maar dat heeft de baan volledig te danken aan de locatie en de lay-out, want de koningsklasse produceert er vrijwel geen spannende races meer.

De Formule 1-auto's zijn de baan letterlijk ontgroeid. De breedte van de bolides heeft ervoor gezorgd dat inhalen praktisch onmogelijk is geworden, waardoor alle ogen tegenwoordig op de zaterdag gericht zijn.

Dat ziet Marko ook in, zeker nadat de top tien van vorig jaar van begin tot eind op dezelfde plek reed nadat er vrijwel geen pitstops waren tijdens de race wegens een rode vlag in de eerste ronde, waarbij iedereen zijn banden wisselde.

"Vanuit het oogpunt van de coureur is het meestal alleen de kwalificatie die telt, die ene snelle ronde", begint Marko. "De race is meestal een farce. Vorig jaar waren Charles Leclerc en Carlos Sainz soms langzamer dan in de Formule 3 (om banden te sparen, red.)."

'In mijn tijd...'

De 82-jarige Marko moest daarop terugdenken naar de tijd toen hij in de koningsklasse reed, toen het er heel anders aan toe ging op het circuit van Monaco. Marko moest in 1972 afscheid nemen als coureur nadat hij tijdens de Grand Prix van Frankrijk aan zijn linkeroog blind was geraakt toen een stuk debris zijn vizier had doorboord.

"In mijn tijd - ik reed met hier met zowel de Formule 3, Formule Vee en Formule 1 in Monaco - was het anders. Het was een echte uitdaging, zonder vangrails, zonder iets", aldus de Oostenrijker