Red Bull Racing-coureur Sergio Pérez kende een horrorweekend in Australië. De Mexicaan had autoproblemen op vrijdag en zaterdag, wat resulteerde in een uitvalbeurt tijdens de kwalificatie op Albert Park. Al dacht Helmut Marko hier overigens anders over...

Door zijn crash op zaterdag moest Pérez de race vanuit de pitlane starten, omdat Red Bull na de kwalificatie een aantal onderdelen uit zijn bolide veranderd had, waaronder de batterij en de Control Electronics.

Pérez wist aardig door het veld te snijden en was op weg naar een top vijf finish, waar het niet dat een late rode vlag ervoor zorgde dat hij bleef steken op de zevende stek (vijfde na de penalty van Carlos Sainz en de crash van Pierre Gasly bij de herstart).

Na de race gaf Pérez aan dat hij zich zat op te vreten achter het stuur van zijn RB19. De teamgenoot van Max Verstappen vond het onverantwoordelijk dat de Grand Prix pas zó laat van start ging in Melbourne. Dit zorgde er namelijk voor dat de zon al snel op een vervelend punt stond en in de ogen scheen van de coureurs.

"Ik moest Gasly ontwijken en toen kon ik niets meer zien in bocht 1. Het was ontzettend gevaarlijk, want we konden niks zien. In deze omstandigheden kunnen we niet meer racen. Op een gegeven moment zal er een grote crash volgen", begint Pérez bij Motorsport Italia.

30 ronden lang 

Volgens Pérez was het overigens niet alleen in de laatste ronde dat hij weinig zicht had. Dit was al veel langer het geval. "We konden echt niks zien. In de laatste 30 ronden waren we gewoon passagiers in onze auto's. Er was gewoon geen zichtbaarheid."

Auto beter op zondag

Het positieve nieuws voor de Mexicaan was dat hij in de race in ieder geval geen last meer had van de problemen die hem eerder in het weekend hinderde.

"We hebben veel veranderd in de auto. Van onderdelen in de motor, tot de balans van de auto, de remmen en het chassis. Sindsdien ging het een stuk beter", aldus de Red Bull-rijder.