Mercedes-coureur Lewis Hamilton kende geen lekkere start van zijn Spaanse Grand Prix. De zevenvoudig wereldkampioen kwam in de eerste ronde in aanraking met Kevin Magnussen, waardoor de Brit met een lekke band naar binnen moest komen. Na de eerste ronde stond Hamilton op vijftig seconden achterstand van Charles Leclerc en Max Verstappen.

Voor Hamilton zag het er op dat moment somber uit. De Mercedes-rijder liet zijn team dan ook weten dat, als het aan hem zou liggen, hij de auto naar binnen zou halen om een motor uit te sparen. Peter Bonnington, de engineer van Hamilton, zei in reactie dat er volgens het team nog kansen waren op punten.

En die punten kwamen ook. Hamilton eindigde de race uiteindelijk op de vierde plaats. Voor hij aan het einde van de race last kreeg van een waterlek, had hij nog maar elf seconden achterstand op George Russell, die geen problemen had gekend aan het begin van de wedstrijd. Dit was voor Hamilton een bemoedigende gedachte. Volgens de Brit had hij dus voor de overwinning kunnen vechten in Barcelona, waar het niet dat de touché met Magnussen daar een stokje voor stak.

"Het is een teken dat we de juiste richting hebben gevonden. Ik twijfel er niet over dat we weer om overwinningen mee kunnen doen, want als ik vandaag die problemen niet had, had ik met de Red Bulls kunnen vechten", aldus Hamilton.