Red Bull Racing-teambaas Laurent Mekies heeft bij Motorsport.com een hoopvolle boodschap achtergelaten wat betreft de 2026-auto van zijn renstal, de RB22. Want hoewel Red Bull Racing lang door is gegaan met de ontwikkeling van de RB21 en daardoor tijd en middelen heeft opgeofferd die normaliter gereserveerd zouden zijn geweest voor de RB22, is Mekies van mening dat de werkwijze van zijn renstal in de tweede helft van 2025 zijn vruchten af zal werpen in 2026.

Als een van de weinige teams bracht Red Bull Racing nieuwe onderdelen mee voor de RB21. Zo kwam de formatie uit Milton Keynes tijdens de Grand Prix van Mexico-Stad, de twintigste ronde van het kampioenschap, nog met een compleet nieuwe vloer op de proppen. Dat terwijl een team als Ferrari al maanden eerder was gestopt met de ontwikkeling van de 2025-auto en volledig gefocust was op het 2026-project.

Mekies heeft goed nieuws voor Verstappen over 2026

Hoewel Red Bulls strategie op het eerste gezicht dus allerminst optimaal lijkt, is het volgens Mekies absoluut niet het einde van de wereld. Met de doorontwikkeling van de RB21 heeft zijn team namelijk waardevolle lessen getrokken uit de manier waarop een auto ontwikkeld en verbeterd dient te worden als er zich problemen voordoen met bijvoorbeeld de wegligging.

"Natuurlijk valt er enorm veel te leren. Allereerst over de methodologieën – wat heb je nodig om de auto sneller te maken, en hoe ga je om met de gegeven beperkingen? Dan het leren over de banden, de correlatie tussen je gereedschap, waar je denkt dat het gepast is om de prestaties te verbeteren. Dus de overeenkomsten zijn enorm, zelfs met de compleet andere reglementen", vertelde Mekies aan Motorsport.com.

"Als we het nu eens over het menselijke aspect hebben, dan denk ik dat het de groep zeker nog hechter heeft gemaakt, en dat geeft ons de juiste aanpak, de juiste sfeer en de juiste energie voor volgend jaar. Geeft het ons het gevoel dat de auto sneller of langzamer zal zijn dan die van de concurrentie? Nee, eerlijk gezegd niet. Maar ik denk dat dit als groep, in de manier waarop we werken, in de manier waarop we de uitdagingen aangaan en vooruitgaan, nuttig is. Het bevestigt in ieder geval de kwaliteit van onze mensen en onze aanpak", aldus Mekies.