Tijdens de Grand Prix van Qatar ging Sergio Pérez zes keer buiten de baanlimieten, waardoor de FIA niks anders kon dan hem drie maal een vijf seconden tijdstraf geven. Hierdoor kwam de Mexicaan in de race niet verder dan een tiende positie, terwijl teamgenoot Max Verstappen en Grand Slam scoorde en zijn kampioenschap goed vierde.

Het vatte het 2023-seizoen samen: Max Verstappen loopt vooraan weg, terwijl Sergio Pérez in dezelfde auto het lastig heeft in het middenveld. Als Pérez terugkijkt op zijn race in Qatar, baalt hij vooral van het feit dat Pirelli de zaakjes niet op orde had.

Doordat de banden scheurtjes vertoonden door de agressieve kerbs na de eerste vrije training, mochten ze in de race slechts achttien rondes gebruikt worden en werden drie pitstops dus verplicht. Volgens Pérez was dit desastreus voor zijn race.

"De harde banden maakte het heel ingewikkeld voor ons, vooral met de safety car. We konden de band niet opwarmen, waardoor we uiteindelijk posities verloren. Daardoor konden we niet snel genoeg vooruitgang boeken en tegen de tijd dat ik de banden op temperatuur had en ik eindelijk de weg naar voren had gevonden, moest ik alweer stoppen. Dat was niet ideaal voor onze race", aldus de Mexicaan.

Track limits een gevolg van zitpositie

Als Pérez wordt gevraagd naar zijn track limits door Sky Sports, beweert hij dat dit deels komt door zijn zitpositie in de auto. De nummer twee in het kampioenschap zit zo laag in zijn RB19, dat het voor hem lastig was om de witte lijnen te zien.

"Het was een hele lastige race en een heel lastig weekend. Daar moeten we naar kijken. Om eerlijk te zijn was het voor mij in de auto heel moeilijk om de track limits van het circuit te beoordelen. Maar het was voor iedereen hetzelfde. Ik had het dus beter moeten doen dan ik deed. Ik had een beetje hetzelfde in Oostenrijk, ik zit iets te laag in de auto en dat maakte het iets lastiger", aldus Pérez.