Volgens De Volkskrant-columnist Bert Wagendorp krijgen de prestaties van Max Verstappen te veel waardering. Uit wetenschappelijk onderzoek zou volgens Wagendorp blijken dat het behalen van Formule 1-succes maar voor veertien procent afhangt van de coureur zelf. De andere 86 procent komt door de auto, het team, de motor en de vloer van de auto.

Verstappen heeft sinds zijn debuut in de Formule 1 veel mooie dingen laten zien. Zo was er de gewaagde inhaalactie aan de buitenkant van toenmalig Sauber-coureur Felipe Nasr op het circuit van Spa-Francorchamps of de legendarische inhaalactie aan de buitenkant van toenmalig Mercedes-coureur Nico Rosberg tijdens de verregende Grand Prix van Brazilië.

Een gemiddelde

Dat zijn slechts twee acties uit het veelzijdige repertoire van de Nederlander. Toch is het volgens Wagendorp niet Verstappen die zichzelf in staat stelt om zulke acties uit te voeren, maar zijn zijn prestaties in de Formule 1 afhankelijk van factoren als zijn auto, zijn team, zijn motor en aerodynamische onderdelen op de binnen- en buitenkant van zijn Formule 1-auto.

"Dat (de 14%) is een gemiddelde. We kunnen aannemen dat dat gemiddelde nog een heel stuk lager ligt bij de concurrenten van Verstappen. Hoe zulke brokkenpiloten ooit in de Formule 1 terecht zijn gekomen, is voor mij en groot raadsel. Vermoedelijk heeft zoiets met geld te maken", begint Wagendorp in zijn column bij De Volkskrant.

Heeft niets met sport te maken

Verstappen heeft laten weten dat hij de titel 'Sportman van het Jaar' een onnozele prijs vindt. De Nederlander won de prijs zelf al meerdere keren, maar liet zijn prijs toen door vader Jos en zusje Victoria ophalen. Volgens Wagendorp is het een goed teken dat Verstappen de titel maar niets vindt, aangezien zijn bezigheden in de Formule 1 niets met sport te maken hebben en hij de prijs dus niet verdient.

"Dat (het standpunt van Verstappen) lijkt me een terecht standpunt. Max lijkt zichzelf ook goed te beseffen dat zijn bezigheid niets met sport te maken heeft. Zo'n titel moet naar atleten als Femke Bol of Mathieu van der Poel gaan. Zij zijn voor de volle 100% verantwoordelijk voor hun prestaties en laten in één race duidelijker zien waar het in topsport om draait dan Max in drie seizoenen heeft laten zien: niet om de machine, maar om de mens", aldus Wagendorp.