Volgens De Telegraaf heeft Max Verstappen dit jaar een extra motivatiepunt gevonden in de vorm van Sergio Pérez. De Nederlander zag hem nooit als een bedreiging voor de Formule 1-wereldtitel, maar het gedrag van zijn teamgenoot zorgde er wel voor dat Verstappen nóg harder wilde gaan.

Aan het begin van het seizoen kon Sergio Pérez redelijk bijblijven bij Verstappen in het kampioenschap. Dit kwam mede door wat geluk aan de kant van de Mexicaan. In Saoedi-Arabië wist Pérez te winnen nadat Verstappen een probleem had met zijn aandrijfas in de kwalificatie en hij vanaf de vijftiende plaats moest starten. Daarnaast was hij ook nog eens ziek dat weekend.

In Bakoe kwam Pérez ook als winnaar over de streep, na een verkeerd getimede pitstop van de Limburger. Maar na het raceweekend in Azerbeidzjan heeft Pérez geen enkele keer meer in de buurt gezeten van zijn teamgenoot en dat heeft hij mede aan zichzelf te danken.

Gedrag Pérez motiveerde Verstappen

Erik van Haren, journalist van De Telegraaf en goed ingelicht als het gaat om nieuws uit het Verstappen-kamp, geeft namelijk aan dat Max Verstappen erg gemotiveerd werd door de uitspraken van Pérez en diens omgeving.

Vanuit Pérez en zijn vader klonk het namelijk meerdere malen dat hij meedeed voor het kampioenschap, hij eigenlijk al aan kop van de ranglijst had moeten staan én hij eiste dat Red Bull Racing beiden hetzelfde zou behandelen, omdat ze evenveel kans hadden op de titel.

Deze uitspraken hebben ervoor gezorgd dat Verstappen een punt wilde maken en het duidelijk wilde hebben dat hij totaal niet hoefde te vrezen voor Pérez. Al zal hij dit zelf niet zo uitspreken, mede om de rust te bewaren binnen Red Bull.

"Verstappen zal het zelf niet uitspreken, maar de manier waarop Pérez en diens omgeving zich in de beginfase van het seizoen hebben uitgelaten over een mogelijke titelstrijd heeft hem in die fase alleen maar extra gemotiveerd. Gezien zijn zelfvertrouwen zal de Nederlander zich nooit bedreigd hebben gevoeld door zijn teamgenoot en de prestaties op het asfalt spreken wat dat betreft voor zich", aldus Van Haren.