Max Verstappen wist op zondag de Grand Prix van Qatar te winnen, maar aan het einde van de race had de Nederlander een minder grote voorsprong dan hij gehoopt en gedacht had. McLaren-coureurs Oscar Piastri en Lando Norris zaten verraderlijk dichtbij en dat baart Verstappen wat zorgen.

Aan het begin van de race wist de Limburger een flink gat te slaan richting de rijders achter hem, maar naarmate de race vorderde wisten de McLarens de achterstand op Verstappen steeds wat in te slinken. Op een gegeven moment kreeg Verstappen vanuit zijn engineer 'GP' zelfs te horen dat hij wat gas bij moest geven.

Uiteindelijk kwam zijn overwinning niet in gevaar en volgens Verstappen was dat grotendeels te danken aan zijn eerste stint, waarin hij zijn medium banden al snel op temperatuur had en weg kon lopen bij de rest van het veld.

"Ik denk dat het over het algemeen een goede race was. Ik denk dat wat mijn race echt heeft gemaakt die eerste stint was, waarin we volgens mij vrij sterk waren en goed op de banden waren. Omdat onze banden wat nieuwer waren ten opzichte van die van McLaren, kon ik op de meeste sets wat langer doorrijden, wat me op sommige plaatsen misschien wat kostte op de out-lap. Dus soms leek het gat iets kleiner dan het had moeten zijn", begint Verstappen.

McLaren sneller dan Red Bull?

Maar of het gat nou wat kleiner leek dan het had moeten zijn of niet, Verstappen kan niet ontkennen dat McLaren aan het einde van de race steeds dichterbij wist te komen. Toen de auto's met minder brandstof reden, leek de MCL60 sneller dan de RB19.

"Op de harde band verloor ik behoorlijk wat tijd in de laatste twee, drie ronden, omdat ik door wat verkeer moest. En toen had ik ook nog een langzame stop aan het einde. Dus toen zaten ze [de McLarens] heel dicht achter me, maar ze zijn het hele weekend al heel snel. Ik denk dat vooral toen we met bijna lege tanks reden, ze sneller waren dan ik", aldus de Nederlander.