Het team van Mercedes zal volgens de Italiaanse arm van Motorsport.com met een flinke voorsprong aan 2022 beginnen. Volgens het medium zouden de heren uit Brackley twintig pk extra hebben ten opzichte van afgelopen seizoen.

Mercedes kende een sterk einde aan het 2021-seizoen. Met een 'raketmotor' op de rechte stukken waren veel teams en coureurs verbaasd over de vooruitgang van de zilverpijlen. Deze extra snelheid bleek wel ten koste te gaan van de betrouwbaarheid van de krachtbron. Zo moesten Lewis Hamilton en Valtteri Bottas in totaal elf motoren gebruiken terwijl er volgens de regels maar drie gebruikt mogen worden per coureur. Volgens Motorsport.com zijn deze problemen inmiddels verholpen en is de nieuwe krachtbron nu snel én betrouwbaar. Tot aan het begin van komend seizoen mogen teams nog aan de nieuwe motoren werken. Na de eerste vrije training van het seizoen in Bahrein worden de krachtbronnen 'bevroren' tot en met 2026.

Duitse specialist

Maar waar komt dit extra vermogen ineens vandaan? Volgens het medium zou een nieuwe Duitse specialist het antwoord zijn op deze vraag. Er zouden veranderingen zijn doorgevoerd aan de turbocharger waardoor er langer op een hogere motorstand kan worden gereden. Ook zou de grote sponsor van Mercedes, Petronas, iets hebben gevonden in de nieuwe brandstof. Formule 1-teams moeten in 2022 namelijk overstappen op E10-brandstof waardoor er iets van het eerdere vermogen verloren gaat. Eerder lieten Ferrari en Red Bull al weten dat de nieuwe brandstof een zorgenkindje was, maar voor Petronas lijkt dit tot dusver niet het geval te zijn.

Nieuwe 'raketmotor'?

Mercedes begint het nieuwe Formule 1-seizoen dus met een nieuwe krachtbron én nieuwe brandstof. Volgens de bron zou er een winst van maar liefst twintig pk zijn geboekt ten opzichte van afgelopen seizoen. In de zomer van 2021 gaf het team uit Brackley al aan te zijn gestopt met de ontwikkeling van de W12 (2021-bolide). Dit lijkt nu dus zijn vruchten te hebben afgeworpen. In hoeverre dit waar is, blijft voor nu een afwachten. Desondanks blijft het wel een waarschuwing voor de concurrentie.