Daniel Ricciardo voegde zich in 2021 bij het Formule 1-team van McLaren, toen hij Renault verliet om het stoeltje van Carlos Sainz op te vullen. De verwachtingen waren hooggespannen, aangezien de Australiër in dienst van Red Bull Racing zeven keer als winnaar over de finishlijn kwam. Maar bij McLaren had Ricciardo moeite om zich aan te passen.

Aan het begin van vorig seizoen werd Ricciardo werkelijk gedomineerd door teamgenoot Lando Norris, waarbij het pijnlijkste moment ongetwijfeld tijdens de Grand Prix van Monaco kwam. Daar werd Ricciardo op een ronde gezet door de jonge Brit, die op de derde plaats eindigde in het prinsdom.

Uiteindelijk wist Ricciardo zich een beetje te herpakken en behaalde hij vorig jaar zelfs nog een overwinning, door de Grand Prix van Italië op zijn naam te schrijven. Tijdens deze race scoorde McLaren een één-twee, aangezien Lando Norris op een seconde van de Australiër finishte. De toekomst van Ricciardo leek door deze overwinning weer even zeker.

Maar McLaren-baas Zak Brown heeft, in gesprek met Formula1.com, aangegeven dat de toekomst Ricciardo nog helemaal niet zo zeker is. De inmiddels achtvoudig Grand Prix-winnaar heeft een contract tot en met het einde van 2023 en daar komt de komende tijd ook nog geen verandering in. De Amerikaanse baas van McLaren geeft namelijk aan dat ze ook gaan testen met jonge coureurs uit de IndyCar-series.

"Na dit jaar loopt onze samenwerking nog één jaar door en natuurlijk hebben we onze focus al gericht op de lange termijn. Daarom gaan we nu testen met Pato [O'Ward] en Colton [Herta]. Dit soort zaken kun je niet te vroeg vastleggen. Momenteel hebben we dan ook geen haast", aldus Brown.