Max Verstappen is niet te spreken over het feit dat hij tijdens de Dutch GP moest letten op de VCARB van Isack Hadjar. De Nederlander had de auto van het zusterteam van Red Bull Racing constant in zijn spiegel, al werd de Fransman niet gevaarlijk.

Verstappen en Hadjar kregen aan het einde van de race een cadeautje nadat de auto van Lando Norris het opgaf met een motorprobleem. De twee Red Bull-rijders wisten daardoor een tweede en een derde plek te pakken in de Zandvoortse duinen.

Na afloop sprak Verstappen met het mediateam van Viaplay, waar hij liet weten dat hij blij is met opnieuw een podium in Nederland, maar dat daar dan ook alles mee is gezegd.

"Natuurlijk ben ik blij om op het podium te staan, maar qua snelheid was het niet goed", vertelde Verstappen. "Ik denk dat het puur aan de kwalificatie lag dat ik derde werd in de race, want qua snelheid zat het er echt niet in."

Verstappen kreeg iedereen aan het begin van de race op de banken na een fraaie inhaalactie op Lando Norris, al duurde die stint op de tweede plek niet lang. De McLarens zijn oppermachtig en dus moest de Nederlander na een paar rondes zijn meerdere alweer erkennen in de Brit.

'Gewoon niet goed'

In plaats daarvan was Verstappen meer bezig met wat er achter hem gebeurde, want Hadjar wist steeds dichterbij te komen. Hoewel de Racing Bulls-rijder niet écht dreigend kon worden, zag Verstappen wel in dat het absoluut niet de bedoeling is dat het zusterteam zo in de buurt van een Red Bull kan komen.

"De hele race waren we eigenlijk aan het vechten met ons zusterteam op basis van pure snelheid", zei hij. "Dat zou niet mogen gebeuren. Dat is gewoon niet goed. Maar op een bepaalde manier weten we dat die problemen er in onze auto zijn."