Max Verstappen heeft gereageerd op zijn briljante race op het circuit van Monza. De Nederlander won met een voorsprong van maar liefst negentien seconden, het grootste verschil tussen plek één en twee dit seizoen. Dat kwam mede doordat de McLarens van positie moesten wisselen, iets waar Verstappen nogmaals op heeft gereageerd.

Verstappen begon vrij stroef aan de race in Italië, nadat Lando Norris een sterkere start had dan de Nederlander. De Brit reed kort aan kop nadat Verstappen zijn plek terug moest geven na een illegale verdediging van zijn positie, maar na een aantal rondes wist de Nederlander zijn concurrent van McLaren alweer te passeren.

Daarna wist Verstappen het gat snel te vergroten, dat uiteindelijk stokte op negentien seconden, simpelweg omdat er geen rondjes meer gereden hoefden te worden. Na de Grand Prix bespreekt de Nederlander de 66e overwinning uit zijn carrière.

“Het was natuurlijk een hele sterke race”, zei Verstappen tegenover Viaplay. “Beter dan verwacht eigenlijk. Alleen de laatste zes tot acht ronden op mediums hadden we het wat moeilijker ten opzichte van McLaren. Daarna hebben we wel de juiste strategie gekozen: medium–hard.”

Volgens Verstappen probeerde McLaren nog te gokken. “Wij pitten op tijd, daarom was het gat ook zo groot. McLaren nam het risico om buiten te blijven met een safetycar, maar die kwam er niet. Voor ons was het dus echt een topweekend.”

Dat hij alles onder controle had, bleek ook uit de boordradio. Engineer Gianpiero Lambiase vroeg hem geen risico’s te nemen, waarop Verstappen antwoordde: “Geen risico, volle bak pushen.” Hij legde later uit waar dat vandaan kwam: “Dat is iets wat we ook vaak gebruiken bij Team Redline in de simwereld. Onze engineer daar zegt het altijd: ‘no risk, full push.’”

'Daar laat ik het bij'

Ook over de teamorders bij McLaren reageerde hij luchtig. “Een slechte pitstop kan natuurlijk gebeuren, net zoals een kapotte motor of een eigen fout. Dat hoort nu eenmaal bij racen. Ik moest er wel om lachen dat hij de plek terug moest geven. En daar laat ik het bij.”