De vader van Sergio Pérez heeft onlangs meerdere keren aangegeven dat Sergio Pérez niks onderdoet voor Max Verstappen binnen Red Bull Racing. Wat heet? De Mexicaan zou zelfs het boegbeeld zijn van het Oostenrijkse team!

Ook maakte 'Papa Pérez', zoals de bijnaam van Antonio Pérez Garibay luistert, duidelijk dat het gevecht tussen Max Verstappen en Sergio Pérez een herhaling was van het duel tussen Ayrton Senna en Alain Prost. Het zijn twee tijgers van hetzelfde kaliber die in één kooi worden gestopt.

Ondanks het feit dat Pérez nu een paar pijnlijke weekenden achter de rug heeft - hij werd in Miami, Monaco en Barcelona op zijn plek gezet door Verstappen - is Papa Pérez nog altijd van mening dat er weinig verschil zit tussen zijn zoon en de tweevoudig wereldkampioen.

Max is meer gesetteld. We mogen niet vergeten hoe lang Max al bij dit team zit. Hij had een grote voorsprong. Maar Checo kan het tempo van Max nu bijbenen. Tussen Max en Checo zit er een paar duizendsten, meestal in het voordeel van Max. Maar op de lastige circuits zijn ze erg aan elkaar gewaagd

Kritiek op Papa Pérez

Maar in het Ziggo Sport Race Café kan men alleen maar lachen om deze opmerkingen. Vooral Frans Verschuur kan niet geloven welke woorden hij uit de mond van de vader van Sergio Pérez hoort. Dat hij zijn zoon aanmoedigt en in hem gelooft is één ding, maar om de Mexicaan te vergelijken met Ayrton Senna of Alain Prost gaat volgens Verschuur een paar stappen te ver.

"De vader van Checo is natuurlijk ook een heel negatief verhaal. Die man denkt dat zijn zoon nog wereldkampioen wordt. Die moet echt even wakker worden, want dat gaat echt niet gebeuren", begint Verschuur.

Jack Plooij haakt daar op in en laat Verschuur weten dat je als coureur altijd moet geloven dat je het kampioenschap kan winnen, waarop de Limburger duidelijk maakt dat dat niet op deze manier hoeft.

"Ja, maar niet een papa die gaat zeggen van: 'Hey, jij wordt wereldkampioen' en tegen de hele wereld roepen: 'Hij is beter dan Max'. Schei uit man! Waar komt deze man vandaan?", aldus Verschuur.