Max Verstappen heeft tijdens de eerste twee vrije trainingen voor de Grand Prix van Oostenrijk opgemerkt dat zijn Red Bull RB21 nog altijd niet op het gewenste niveau acteert. De Nederlander ontving dit weekend ook weer wat updates aan zijn bolide, maar kwam qua snelheid nog altijd wat tekort om de McLarens aan te vallen.

In zowel VT1 als VT2 eindigde Verstappen in de buurt van de koppositie. Waar hij in de eerste training achter George Russell de sessie afsloot, moest hij toezien hoe Lando Norris en Oscar Piastri in de tweede training een betere tijd neer konden zetten in de McLaren MCL39. Vooral de McLarens waren erg snel in de laatste training van de vrijdag, waarbij Verstappen een achterstand van meer dan drie tienden kende op Lando Norris.

En dat kwam vooral wegens het onderstuur bij het ingaan van de bochten - een probleem wat al het gehele jaar aanwezig is bij de Red Bull-bolide. Hierdoor komt Verstappen snelheid tekort om de McLarens aan te vallen in de thuisrace van zijn team en hij wil dan ook dat de engineers van Red Bull dit probleem oplossen richting de derde vrije training.

"We hadden geen grote problemen", begint Max nog positief na de trainingen van vrijdag. "We missen een beetje snelheid en hadden te veel onderstuur, zowel op de korte als op de lange afstand. Dat is dus iets wat we moeten proberen weg te werken", aldus de Nederlander.

Helmut Marko noemt achterstand Red Bull

Waar Max Verstappen van mening is dat Red Bull snelheid tekort komt en last heeft van onderstuur, meent Helmut Marko dat de achterstand niet zo groot is als tijdens VT2 leek. Daar kwam de viervoudig wereldkampioen drie tienden tekort, maar dat kan met zeker de helft verminderd worden, meent de Oostenrijker.

"Ze [McLaren] zijn niet zo ver weg. Ik denk niet dat het drie tienden zijn. Ik denk dat we eerder rond de 1,5 tienden zitten. We hebben het hier over honderdsten, maar je ziet ook hoe gemakkelijk de McLaren te corrigeren is. Bij ons is dat aanzienlijk moeilijker", aldus de Red Bull-adviseur.