Het team van McLaren heeft dit seizoen voor het eerst sinds 1998 de constructeurstitel weten binnen te halen. Achter de formatie uit Woking waren het Ferrari en Red Bull die de top drie compleet maakten. Voor de drie teams is er echter wel een groot nadeel met het oog op aankomend seizoen: de inschrijfkosten van de FIA.

McLaren begon niet enorm sterk aan het 2024-seizoen, maar wist met een zeer groot pakket aan nieuwe onderdelen tijdens de Grand Prix van Miami voorbij te gaan aan het team van Red Bull, dat tot dat moment de toonaangevende kracht was in de koningsklasse van de autosport.

Tijdens de Grand Prix van Azerbeidzjan, zo'n elf Grands Prix later, wist McLaren uiteindelijk zelfs voorbij te gaan aan Red Bull en voor het eerst sinds 2014 aan de leiding te gaan in het constructeurskampioenschap. Uiteindelijk zou de formatie uit Woking die leidende positie ook niet meer uit handen geven, ook al legde Ferrari het team van Zak Brown tot aan de laatste Grand Prix van het seizoen in Abu Dhabi het vuur aan de schenen.

Nadeel voor McLaren

Voor McLaren is het behalen van de eerste constructeurstitel sinds 1998 uiteraard een zeer grote prestatie. In het begin van 2022 beschikte de Britse formatie immers nog over een van de slechtste bolides van het veld en werd er vaak ver buiten de top tien gefinisht. Er is echter ook een nadeel aan het winnen van het constructeurskampioenschap: de inschrijfkosten van de FIA.

Net zoals de coureurs ieder seizoen de kosten voor het behoud van hun superlicentie moeten betalen aan de FIA, moeten de teams ieder seizoen een x bedrag aan inschrijfkosten betalen aan de wereldautosportbond. Door het winnen van het constructeurskampioenschap moet McLaren het hoogste bedrag betalen aan de FIA.

Bekijk hieronder hoeveel ieder team moet overmaken naar de FIA voor aankomend seizoen (in dollars):